In dit artikel geven we antwoord op de volgende vragen:
Micro interacties zijn ‘inhoudelijke productmomenten die een kleine taak hebben’. Ehm.. say what? Dit houdt in: kleine interacties die een gebruiker heeft met een product, met betrekking tot een specifieke (kleine) taak die de gebruiker wil uitvoeren.
Een goede ontwerper zet micro interacties in als onopvallend, maar effectief detail; van doel naar ontwerp.
Door aandacht te besteden aan kleine details kan de algehele gebruikers ervaring (user experience) worden verbeterd.
Dan Saffer (auteur ‘Microinteractions’)
Voorbeelden van micro-interacties
4 onderdelen van microinteracties
Micro-interacties zijn als eerste omschreven in het boek ‘Microinteractions’ door Dan Saffer. Hij stelt dat micro-interactie gebruikers helpen bij het navigeren door complexe systemen en bij het begrijpen wat er gebeurt.
Het nut van micro-interacties is het geven van feedback aan de gebruiker en het vermijden van fouten. Het bevredigt de natuurlijke behoefte aan erkenning van gebruikers.
Volgens Saffer bestaan micro-interacties in het algemeen uit vier onderdelen:
Bij het onderdeel ‘trigger’ wordt een onderscheid gemaakt tussen:
Voorbeelden ‘triggers’
User-initiated trigger: Het drukken op een knop, of het uitvoeren van een swipe beweging.
System-initiated trigger: Notificaties, bijvoorbeeld wanneer de batterij bijna leeg is of wanneer de internetverbinding is verbroken.
Met regels wordt bedoeld: ‘de manier waarop een micro-interactie werkt en hoe de taak van de gebruiker kan worden voltooid‘. Een micro-interactie moet duidelijke en logische regels hebben die eenvoudig te begrijpen zijn, zodat de gebruiker weet welke acties hij/zij moet uitvoeren om zijn doel te bereiken.
Regels bepalen:
Voorbeeld ‘regels’
Je wilt je iPhone ontgrendelen, maar weet niet hoe dat moet. Als je naar het scherm kijkt, zie je dat de horizontale balk van onder naar boven beweegt (en er zelfs tekst bij staat ‘veeg omhoog op te openen’). Je begrijpt hierdoor dat je deze balk omhoog moet swipen om je telefoon te ontgrendelen.
Met feedback wordt bedoeld: de informatie die aan de gebruiker wordt gegeven tijdens en ná een micro-interactie. Een onderdeel hiervan is ook ‘responsive feedback’. Het is een essentieel onderdeel dat de gebruiker op de hoogte stelt van wat er gebeurt. Feedback kan in verschillende vormen voorkomen, namelijk:
Voorbeelden ‘feedback’
Visueel: De kleur van een button verandert wanneer je erop klikt (je hoeft nu niet duizend keer te klikken in de hoop dat er iets gaat gebeuren)
Auditief: Een ‘pling’ geluidje wanneer je berichtje op sociale media is ontvangen (je kunt nu gerust gaan slapen met de wetenschap dat je vriend/vriendin je berichtje gaat lezen)
Tactiel: Het trillen van de telefoon wanneer ‘gezichtsherkenning’ niet werkt (je kunt nu na gaan denken waarom je even niet op jezelf lijkt: misschien je zonnebril afdoen, of een keertje scheren, ha, ha)
Loops en modes zijn bedoeld om gebruikers te begeleiden bij het bereiken van hun doel. Ze maken het mogelijk voor de gebruiker om te experimenteren met hun acties, door deze aan te passen totdat ze hun doel hebben bereikt. Tegelijkertijd wordt door loops voorkomen dat gebruikers vastlopen of ontmoedigd raken door fouten.
Voorbeeld ‘loops/modes’
Stel je voor: je hebt een app om afspraken in te plannen, maar je gebruiker heeft per ongeluk de verkeerde datum ingevuld. Je zou hier niet op in kunnen spelen met de app, en dit probleem bij de gebruiker te laten. Je zou ook kunnen bedenken dat je gebruiker wel eens een vermoeide dag heeft, en af en toe wat hulp nodig heeft!
Markeren en bevestigen: Je kunt hier dan een micro-interatie omheen kunnen bouwen om dit probleem te voorkomen. Dit zou je kunnen doen door de geselecteeerde datum te markeren (wanneer de gebruiker klikt op ‘bevestigen’), en de gebruiker te vragen of deze datum juist is. Als de gebruiker ziet dat dit niet de juiste datum is, kan hij/zij deze datum wijzigen en opnieuw bevestigen. Hier ontstaat als het ware een ‘loop’ van een actie: de actie wordt opnieuw afgespeeld.
Algemene ontwerp principes
Dan Saffer beschrijft in zijn boek 7 algemene ontwerpprincipes, die specifiek gericht zijn op micro-interacties. Om te voorkomen dat jij dit boek moet kopen en alles zelf moet uitpluizen, hebben we deze hieronder kort en krachtig voor je beschreven:
Naast bovenstaande ontwerp principes, beschrijft Saffer nog specifieke principes, gekoppeld aan de 3 onderdelen (triggers, rules, feedback) van micro-interacties. Ook deze hebben we alvast voor je voorgeschoteld:
Ontwerpprincipes ‘triggers’
Ontwerpprincipes ‘regels’
Ontwerpprincipes ‘feedback’
Het mooie van micro interacties, is dat deze op verschillende plekken kunnen worden toegevoegd, rondom elke potentiële actie. Hieronder staan een aantal voorbeelden van gebieden waar micro-interacties vaak naar voren komen (let op, deze gebieden kunnen overlap hebben met elkaar):
Houd bij het ontwerp van de micro-interacties, de onderdelen van Dan Saffer als leidraad. Een goede micro-interactie bevat minimaal de 3 eerste onderdelen. Tijdens het ontwerp kun je de volgende stappen volgen:
Als eerste is het belangrijk dat je je app volledig hebt ontwikkeld. Micro-interacties zijn namelijk de laatste stap in het proces van ontwikkeling.
Bekijk de flow van de gebruiker, en bepaal waar de gebruiker hulp of feedback bij nodig heeft.
Zorg ervoor dat je elk klein stukje én het hele product behandelt als een set van micro-interacties. Zorg voor samenhang en consistentie.
Als je hebt bepaald waar je gebruiker feedback nodig heeft, bepaal dan het doel van de micro-interactie. Wat wil je gebruiker bereiken? Welk probleem los je op?
Tip: wanneer je bijvoorbeeld het inlog proces in de app ontwikkelt, is je doel niet: ‘gebruiker moet inloggegevens invullen’. Het doel is wel: ‘gebruiker moet ingelogd worden in de app en beschikken over een account’. Ga dus na wacht écht het overkoepelende doel is, dus niet wat de stappen zijn om dat te bereiken.
Ontwerp de 3 of 4 onderdelen van Dan Saffer:
Trigger: Ga na welke triggers de micro-interactie zouden kunnen activeren. Bekijk dit zowel vanuit het perspectief van de gebruiker als vanuit het systeem.
Regels: Bedenk de regels die van toepassing zijn op de micro-interactie. Dit houdt in:
Feedback: Bedenk de vorm waarin de gebruiker feedback ontvangt tijdens en na de micro-interactie. Dit kan zijn:
Guidelines
Voor de gehele User Interface (UI)van apps zijn (door Android en Apple) guidelines opgesteld. Dit geldt dus ook voor micro-interacties (als onderdeel van de User Interface). Deze guidelines zijn voor Google ‘Google Material Design’ en voor Apple ‘Apple Human Interface Guidelines’. Het is verstandig om deze guidelines te volgen als je je micro-interacties ontwerpt.
Implementeer de micro-interacties in de geprogrammeerde app.
Test de app bij gebruikers en bekijk of de micro-interacties echt werken zoals ze bedoeld zijn. Herhaal dit ontwerpproces totdat deze voldoen aan de doelen die je hebt opgesteld.
Micro interacties zijn een onderdeel van de User Experience (UX) en User Interface (UI). Lees hier meer over in onze blogs:
Of: neem vooral (vrijblijvend) contact ons op! Wij denken graag met je mee!
Ik help je graag met al je vragen. Je mag me altijd even bellen of mailen.